De vuile was van Leterme

Leterme had een blaam gekregen van Sarkozy omdat ie aan de VRT de resoluties stond
te verklappen terwijl de top in Parijs nog bezig was. Na de uitverkoop van Fortis ging hij in IJsland de Kaupting Bank redden, vanwaar hij naar de top van de Francophonie in Canada snelt, en voor we beseffen waar hij nu weer uithangt zit meneer al in Beijing te chinezen
op de Aziatische-Europese top. Dat het telkens een vlucht is, weg van de begroting, de economische crisis en andere communautaire problemen laten we nog even buiten beschouwing.

Wat bezielt zo’n man, die vroeger niet uit zijn Westhoek te branden was, om nu, bijna dagelijks, verder dan ver te trekken? Wil hij nog vlug profiteren van zijn status voor hij ontmaskerd wordt als Yves den dief van België? Of is er thuis iets niet pluis? Doet Leterme
een Sarkoziekske met een of andere schijterige schone terwijl mevrouw voor de vuile was opdraait? Je ziet mevrouw Leterme in ieder geval nooit bij hem.

Je kunt met die vragen blijven zitten of je kunt ze stellen aan iemand die over de haag
of na de mis, wie zal het zeggen, vertrouwelijke gesprekken kan hebben met mevrouw Leterme. Het is natuurlijk maar van horen zeggen, van de was- over de telefoondraad, maar als dat allemaal waar is begrijpen we goed dat Sofie Haesen, zoals mevrouw Leterme eigenlijk heet, niet in de openbaarheid wil treden. En ja, het was die laatste “gaffe” in Parijs die mevrouw Leterme in de grond deed zinken en tegen haar gewoonte in deed fulmineren over haar echtgenoot.
Als we de plaatselijke roddels wegfilteren kwam het gesprek vrijelijk hier op neer:

“Ik wist niet waar kruipen toen Sarkozy voor de camera’s Yves tot een roddeltante degradeerde. Dat moest er van komen. Onze Ferme kon zijn mond weer eens niet houden.
Hij moest weer ‘s andermans pluimen op zijn hoed steken. Het is verbazend dat hij zijn eigen hoed nog herkent.
Weet ge dat hij zelfs voor het altaar in mijn plaats “ja” heeft gezegd. Ik kreeg niet eens de kans om mijn trouwbelofte uit te spreken. We hadden eens ruzie en toen heb ik er uit geflapt: “luister hé, Ferme, ik heb geen ja gezegd over die goede en kwade dagen. Gij hebt die belofte gehouden, ik niet, dus gij zult moeten plooien.” Maar ja, zijn ego is zo groot dat ik vrees dat hij op een dag gewoon zal opstijgen en verdwijnen. Hier thuis is hij daar alleszins goed mee bezig. En dan moet ge weten dat hij zelf schrik had om de begroting te bespreken, hij was ervan overtuigd dat zijn rol uitgespeeld was, dat hij door de mand zou vallen, maar hij krijgt
die kaas vol gaten erdoor en nu doet meneer alsof het weer grote vakantie is.
Ik kan het zelf niet bijhouden waar hij sinds de spelen van Beijing allemaal geweest is.
Ik herinner alleen dat ik precies niks anders doe dan zijne was. Ook al omdat hij niet zoveel kleren heeft. Op de Spelen droeg hij daar ineens een trui die ik gekocht heb toen we pas getrouwd waren. En dan koopt hij nog eens kleren van slechte kwaliteit waardoor die direct
zo gaan hangen. Van toen hij minister-president werd zei ik hem dat hij nu wel betere kostuums moest dragen. Sarkozy, Berlusconi, Blair, die dragen kwaliteit. Maar Yves wil alleen kostuums van de JBC hier aan de Rijselsepoort, omdat die Jean-Baptist Claes vroeger beroepsrenner is geweest bij Wiels-Groene Leeuw. En als hij die zakken dan nog wou opfleuren met een degelijke das of een duurder hemd. De mensen willen geen mannequin,
zegt hij dan. Verhofstadt was wat dat betreft al niet beter, die had altijd een te grote vest aan. Yves lachte daar dikwijls mee als hij Verhofstadt op tv zag. “Zie daar hebben ze nu ook geen asbakken meer” zei hij dan, alsof Verhofstadt overal alles meepikte wat hij in zijn vest kon steken.
En waarom reist gij niet met hem mee, Sofie, vraagt iedereen altijd, maar dat ziet ge al van hier. Onze Ferme heeft in het begin zo onnozel gedaan met zijn geit dat ik niet meer durf buiten komen, allez, toch niet waar de media u volgt. Het zal niet te lang duren of ze zeggen: “daar is de geit van Leterme”.
Weet ge wat onze Matthias tegenwoordig zegt als mensen hem vragen of hij de zoon is van Yves Leterme? Dat zijn vader wel Yves Leterme heet, maar dat hij niet die van de CD&V is, maar de bekende calligrafist uit Ieper. We kennen die man en gelukkig vindt die dat niet erg. Eigenlijk zijn de kinderen wel opgelucht dat onzen Yves zo veel weg is. Van het moment dat
die wat ouder werden, werden zij onnozel van zijn blabla.
Zelfs aan tafel deed hij altijd alsof hij een toespraak aan het houden was. We waren wel gewoon dat hij zijn redevoeringen thuis inoefende, maar het was abnormaal dat hij nooit kon stoppen. Yves kàn niet terugschakelen naar een gewoon gesprek. Op den duur durfden de kinderen niks meer vragen. Ons Julie heeft een keer gezegd, wanneer hij op een stomme vraag over iets voor ‘t school bijna weer een kwartier antwoordde : “maar papa, gij hebt toch eigenlijk niks gezegd. Allemaal woorden waar ik niks mee ben.” Dat stak hé, en in plaats van te beseffen dat dat kind nog gelijk had ook, haalde hij toch wel zijn beruchte zwarte boekje boven zeker, Blackberries bestonden nog niet, en schreef dat kind daar in op. Ik had zijn ogen kunnen uitkrabben. Onze Ferme kan eindeloos veel woorden na elkaar zeggen als wiskundige reeksen, maar de betekenis gaat ook voor hem meestal verloren.
En dan durft hij kwaad worden als ze het in commentaren over zijn containerbegrippen hebben. Maar het is toch waar. Dat is niet om mee te lachen hé? Ik noem hem al jaren ‘meneerke lege doos’. Sinds ik hem een Tupperware-doos meegaf om bij Rachel van Briek boontjes op te halen die zij beloofd had. Hij blijft meer dan twee uur weg, de patatten stonden al op toen meneer terug kwam…met een lege doos, maar wel vol van zichzelf.

Yves denkt dat hij altijd gelijk heeft. Op het collega was hij bij de besten en hij is ervan overtuigd dat dat overal zo is. Maar het leven is de retorica niet, hé. Ik heb het er ooit met een psychiater over gehad, en ik vroeg hem of hij Yves kon samenvatten in één woord. Weet ge wat die zei? “Gevaarlijk”. En er is niemand die dat weet hé. Zelfs De Wever denkt dat hij altijd aan zijn gezicht zit te frunniken omdat hij last heeft van die krasjes in zijn ogen, maar dat is zoals zoveel van De Wever dikke onzin. Yves wrijft uit wrevel, omdat de mensen iets ander zeggen dan hij wil dat ze zeggen. Hij kan het niet laten. In feite is onze Ferme geen mensenliefhebber. Hij ziet alleen zichzelf graag, niet eens de kinderen, laat staan mij. Maar dan denk ik, laat ‘m maar ontploffen, ik zal niet in de buurt zijn. Ik hou me gedeisd, zorg dat zijn vuile was terug proper wordt en leef mijn eigen leventje. Ik wil niet in zijn zwartboekje belanden. Yves drijft
en schrijft op rancune. Gelukkig zijn de verkiezingen anoniem, want anders zou hij in staat zijn van al wie van die 800.000 kiezers hem volgende keer laat vallen in zijn zwartboek te noteren. Wie zo op wraak belust is en zoveel achterdocht heeft moet ooit tegen de muur lopen terwijl hij achterom kijkt.

Toen we jong waren was er een DJ, een zekere Napoleon de vierde, die een hitje had met “they’re coming to take me away”. Ik betrap mij er op dat ik dat soms in mijn hoofd zing als ik aan onze Ferme denk”.

HugoBe
01-11-2008

Dit bericht is geplaatst in Fantasie. Bookmark de permalink.