Stem voor mij

Dat moet u niet letterlijk nemen. U kent mij immers niet en ik ben niet verkiesbaar. De titel verwijst al naar de volgende verkiezingen. Voor nu is het te laat. Zondag moeten we onze stem uitbrengen en de kans bestaat dat u zich hebt laten (mis)leiden door de praatjes van de dames en heren die in het politieke vak zitten.
Is het u ook opgevallen hoe weinig er echt ‘stem voor mij’ werd gezegd, en hoe vaak ‘stem niet voor die en die…”? De E.T. van de CD&V, Van Rompuy, had het al maanden geleden aangekondigd: “wij moeten niet over ons programma praten, maar over hoe slecht paars het gedaan heeft.” Leterme maakte er zijn mantra van “wie gelooft die man (Verhofstadt) nu nog”. Hij zou ook kappen op de Franstaligen en gemeen uithalen naar Landuyt (SP.a). Zijn kartelpartner, de meest uitdrukkingsloze kop van Vlaanderen, Bart De Wever, neuzelt onbeschaamd dat de socialisten moeten verdwijnen. Hij heeft het dan niet alleen over de profiterende PS, maar over heel het socialisme als principe, hij is tegen het verdelen van de beschikbare middelen. Hij scandeert nog net niet: “weg met de solidariteit, leve het egoïsme”. In het mega(lomane) hoofd van Bart De Wever wordt het al enge “eigen volk eerst” uitgebreid met: “en ieder voor zichzelf”. De andere rechtse megafonen wil ik niet eens aanhalen. Maar vooral zij zouden sneller uitgepraat zijn en met zekerheid minder stemmen halen wanneer zij, in plaats van met modder te gooien naar de anderen, het uitsluitend over hun voorstellen mochten hebben: ‘stem voor mij’, want…
Er is één kandidaat die het al anders gedaan heeft en het is dan ook afwachten wat de kiezer er van vindt. Want ga je solo, neem je natuurlijk een risico. Alsof jij de enige renner in het peloton bent die besluit zonder epo te rijden terwijl de anderen lustig verder spuiten. De kopman van de Vlaamse socialisten, Johan Van de Lanotte heeft een oprecht ‘stem voor mij’ aan de kiezer/kijker voorgelegd, waarbij hij meer dan eens zei dat hij niet meer wil beloven dan realistisch haalbaar is. Rustig, ernstig, zonder show, zonder tijd te verspillen aan de andere kandidaten. Hebben wij na de nieuwe man, waar de vrouwen een tijdje de mond van vol hadden (niet letterlijk natuurlijk), nu ook de nieuwe politieker aan het werk gezien? Iemand die zijn zaak komt uitleggen, helder, overzichtelijk, goed gedocumenteerd, vertrekkend van een reëele situatie als een werkplan, waarin staat wat kan en niet kan, zonder acteerwerk, als een kandidaat op een examen, die dan terugtreedt en rustig de uitslag afwacht, samen met de andere kandidaten. Het zou moeten kunnen, ook al is het niet vanzelfsprekend. We willen wel een suggestie doen. Als een eerste aanzet, het begin van een positief stappenplan.
We gaan er van uit dat bij volgende verkiezingen de campagne alleen nog op tv zal gevoerd worden. Nu werden er nog plakploegen uitgestuurd, anders heeft het voetvolk het gevoel dat ze niet meewerkten, nu werden de markten nog afgedweild, maar wie gaat er nog naar de markt; en werden door de post partijfolders verspreid (met de staking in Gent moeten de kinderen van Verhofstadt en de flanflan-vrienden van Freya de baan op om te bussen).
Plaatselijk blijft dat wel voortbestaan als een onverwachte regenbui, maar tv is het enige medium dat nog telt. De geschreven pers staat toch al meer voor de camera dan achter hun schrijfmachine. Zij mogen uiteraard nog commentaar geven langs de zijlijn. In goedgeschreven columns. Maar verkiezingsprogramma’s op tv moeten er de volgende keer nog meer komen, tegelijkertijd op de VRT en op de commerciële zenders. Dat lost dan tijdelijk het probleem van al die onzin en sensatieprogramma’s op. De regionale zenders volgen de regie maar met plaatselijke kandidaten. En dat moet echt niet saai zijn. Een dag uit het leven van, kan, maar dan gedraaid met verborgen camera. Uiteraard zijn biografieën nuttig om de kandidaten op jeugdzonden en lastige tics te betrappen. Het belangrijkste onderdeel is de presentatie van de verschillende kandidaten én de tegensprekelijke debatten.
Dit lijkt wel veel van hetzelfde maar er zijn belangrijke verschillen. Om te beginnen mag er nog alleen volgens de “stem voor mij”-gedachte gesproken worden. En dan niet in slogans, maar in duidelijke argumenten waarom de kandidaat beter de gemeenschap zal dienen. De rechtse megafonen zullen snel uitvallen want zij willen niet de hele gemeenschap dienen. De presentator van dienst, Annelies Beck (liefst), Phara of Goedele, (Kathleen Cools is inmiddels veroordeeld voor jarenlange verkrachting van de neutraliteit) faciliteren de programma’s eerder dan ze te presenteren, maar centraal op het toneel zit een rechter. Of meerdere rechters, die onbevooroordeeld en met kennis van zaken de debatten volgen en zo nodig tussenkomen. Een beetje in de stijl van judge John Deed, zaterdagavond op Canvas. De rechter(s) kan de kandidaten onderbreken wanneer die argumenten gebruiken die niet onderbouwd kunnen worden, hen berispen wanneer zij een aanval op hun tegenstanders opzetten en hen van het scherm halen wanneer ze liegen, vals zijn (Leterme over Landuyt) of demagogische onzin verkopen. Het is duidelijk welke partijen niet lang zullen meedoen.
Het volstaat niet meer dat de kandidaten simpelweg kandideren, om het scherm te halen zullen zij een aantal examens moeten afleggen. Taalvaardigheid is er een van, een passage bij de leugendetector een andere. Zij zullen ook psychologisch doorgelicht worden. Psychopaten en megalomanen vallen uit. Idem dito achterbakse karakters. (Het valse lachje van Leterme zal worden afgestraft, evenals zijn hautaine lichaamstaal en lelijke kostuums). Natuurlijk krijgen we reportages van de verschillende proeven in samenvatting op het scherm.
Op het einde van elke uitzending zal de rechter zoals in een rechtszaal een oordeel vellen. Hij zal vooral de bevolking voor domheden waarschuwen, maar hun niet voorzeggen wat zij ervan moeten denken. Hij kan bijvoorbeeld zeggen: dit lijkt goed te zijn voor de Westhoek, maar denk eens, is dit goed genoeg voor alle uithoeken van het land? Kun je met deze man bij de groten der aarde komen? Kun je er überhaupt mee buiten komen? Verder dan zijn dorp? Zal hij willen werken voor de hele gemeenschap? Zal hij niet opnieuw hervallen in demagogie? Heeft hij een echte ploeg waar het land iets aan heeft en niet alleen zijzelf?
De rechter moet de bevolking ook opvoeden. Hij zal hen uitleggen dat discriminatie niet kan, evenmin als door het rood licht rijden en honden op straat laten kakken, dat wij met zijn allen verantwoordelijk zijn voor een harmonieuze samenleving, dat de rechten van het individu gevrijwaard moeten blijven, maar dat we ook plichten hebben, dat tsjevenstreken zonde zijn en dat wij en alle politiekers telkens de vraag moeten stellen bij hetgeen we doen of plannen van te doen: is dit correct, is dit eerlijk.
De rol van rechter zal cruciaal zijn en zeker niet eenvoudig. Misschien kan ik die rol de eerste keer zelf spelen, ik heb ‘m toch uitgevonden en heb grotendeels al in m’n hoofd wat die zou moeten zeggen en op welk moment. Er zijn immers zovele situaties denkbaar dat je die onmogelijk allemaal aan iemand anders kunt uitleggen. En met Annelies Beck aan mijn zij zal dat wel loslopen.
Stem op mij, ik zie het helemaal zitten. Maar eerst proberen 4 jaar Leterme uit te zitten.
6/6/2007

Dit bericht is geplaatst in Pol & Soc & Fictie. Bookmark de permalink.