Alles plat behalve De Wever

“Wanneer ruil je die mountainbike eindelijk in voor een echte bompa-fiets?” “Je bent de zestig voorbij en grootvader. Ga toch eens rechtop zitten. Na één uur op die mountainbike kreun je een week van de pijn.”
Mijn zoon vindt het dwaas dat ik nog over een mountainbike hang.
Hij heeft overschot van gelijk. Als ik binnenkort Fonske wil meenemen op de fiets, zoals hij vroeger tussen mijn armen op een stoeltje aan het stuur, moet ik wel een klassieke fiets aanschaffen. Maar mijn mountainbike loopt nog zo soepel dat ik er moeilijk afscheid van kan nemen. Ik kocht hem destijds om met mijn zonen op alle terreinen mee te fietsen. Zij kochten al verschillende nieuwe fietsen terwijl ik nog altijd mountainbike. Dat iedereen mij ondertussen voorbij vliegt, zelfs een vrouw met twee kinderen in haar bakfiets, neem ik er graag bij. Ik troost me met de gedachte dat ook bakfietsen geleverd worden met trapondersteuning.
Er is niks mis mee. Mijn ketting rikketikt bijvoorbeeld nog altijd zoals een goed lopende ketting hoort te rikketikken. En ja, één keer stond mijn pedaal kaduuk, omdat ik in mijn vlucht om een dwaze chauffeur te ontwijken over een te hoge middenberm probeerde te jumpen. M’n pedaal raakte het muurtje, mijn fiets maakte een kwart-draai, maar een  fietsende tegenligger botste mij terug in de goede richting en ik belandde op m’n wielen en reed verder alsof ik regelmatig bokkensprongen maak. Maar naast dat pedaal-verhaal? Niet eens één platte band in al die jaren.
Kan het dan puur toeval zijn dat ik gisteren, enkele dagen voor ik mee moet naar de fietsenwinkel voor een bompa-fiets dan toch plat rij? Uitgerekend op de dag van de arbeid, wanneer alle winkels gesloten zijn? Mijn zoon kon niet weten dat ik zou gaan fietsen of waar ik zou fietsen, maar het is wel straf dat ik meteen niet één platte band heb, maar zowel voor- als achterwiel plat staan. Terug naar huis wandelen was geen optie. Mijn mobieltje had ik niet bij mij, maar gelukkig wel uitgebreid plakgerei in het zakje onder mijn zadel. Ik reed lek in de doorsteek van het Rivierenhofpark langs de autostrade tussen de Collegelaan en de Sterckxhoflei. Als zo’n geprofileerde band van een mountainbike plat staat kom je geen meter meer vooruit. Meestal staan mijn banden op 2 bar, om de wrijving te verminderen.

Op een van de banken zat een fietser een Aquarias te drinken, geheel overeenkomstig de slogan ‘hydratation never tasted so good’. Hij zag dat ik zijn fiets monsterde op zoek naar een passende fietspomp en lachte me toe.
“Ik had vorige week prijs”, was het eerste wat hij me zei. “Hier ongeveer op dezelfde plaats. Misschien zit ik daarom nu op deze bank.”
“Ik denk dat ik twee keer prijs heb”, zeg ik, “voor en achter plat.”
“Hoe is dat mogelijk”, zegt hij en hij steekt zijn vinger bezwerend naar mij uit: “dat is pas echt de Gordel”. Ik trok onmiddellijk mijn buik in, maar hij had het over de Gordel rond Brussel. “Gaan ze hier nu ook bloknageltjes gooien, ja?” Hij zag aan mijn gezicht dat ik geen zin in onzin had. Ik stond daar met twee platte banden en kon niet weg. Dan moet ik kunnen nadenken om de situatie te kunnen keren. Ik keek rond of er geen andere fietser in de buurt was met een fietspomp maar hij stak zijn pomp als lokaas vooruit. “Hier, fietsers moeten elkaar helpen, als wij niet meer solidair kunnen zijn, wie dan nog wel”, probeerde hij mijn sympathie te winnen, om onmiddellijk met zijn redenering verder te gaan. Ik had zijn fietspomp in mijn hand, technisch gesproken was er nu een band tussen ons, maar daarom nog geen verbond. Vluchten kon niet meer. Je zag zo dat hij vastberaden was mijn hele pitstop vol te lullen.

“Weet ge waar het Mestputteke is? Dat is hier achter de hoek aan de Herentalsebaan.
Weet ge wie daar nu woont in dat groot huis naast mevrouw Leemans, ge weet wel, ‘lenen bij mevrouw Leemans is lenen bij een vriendin’? “Bart De Wever” zei ik op een toon die de indruk moest geven dat ik zomaar wat gokte en van niks wist. “Bart De Wever, helemaal juist. Ik had het niet beter kunnen zeggen.”
Ik trok een grimas van tja, wat doe je daar aan en concentreerde mij verder op mijn banden. Als ik thuis een band moet plakken verdwijnt iedereen uit mijn buurt, want ik ben daar geen krak in en kan dan sakkeren alsof de wereld vergaat. Maar deze wielertoerist weet dat natuurlijk niet en gaat rustig door. “Hebt ge dat huis al gezien? Gij en ik kunnen ons zo geen huis permitteren.”
Ik kan het moeilijk hebben als vreemden in mijn naam spreken. Wat weet die nu in welk huis ik woon en waar. Ik weet wel dat ik niet aan de Herentalsebaan zou willen wonen. Abou Jahjah heeft er gewoond en verder een oud lief van mij. Zou onze vriend hier weten waarom het Mestputteke het Mestputteke heet? De kak van de stad werd daar afgeleverd aan de boeren voor de bemesting van hun velden. Als dat geen dubbele bodem is? Stel dat die handel nog bestond, dan was Bart De Wever wellicht de kakbaron van Vlaanderen, of  Bart Kak zoals Jef Kak, zo noemen ze in Antwerpen iemand die denkt dat hij het is maar in feite niks voorstelt.
Alsof hij mijn gedachten kan raden, vervolgt hij: “Wat heeft die De Wever eigenlijk al gedaan, buiten op tv komen? Juist niks, en ik ben er zeker van dat er nooit iets van zal komen. Wat moet die bij de federale besprekingen zitten, als hij België kapot wil maken? Gaan we het beter hebben in VL-land? Die man heeft geen oplossingen. Roepen is makkelijk, maar een land is niet zo maar te splitsen. Hebben ze al ooit klaar en duidelijk gezegd hoe ze Brussel gaan oplossen? “
Ik heb mijn binnenbanden vrij gekregen en zoals McGuyver zou doen pak ik een stuk van een kapotgesneden voetbal die daar toevallig ligt en giet er mijn flesje Evian in. Al snel zie ik luchtbelletjes uit mijn ondergedompelde binnenband opborrelen. Ik feliciteer mezelf dat ik mijn aandacht zo kan splitsen, interesse veinzen voor mijn gastspreker en ondertussen toch een netelig probleem oplossen, hoewel, het is niet omdat ik het lek gevonden heb dat ik het ook kan dichten. Ik laat de vulcaniserende lijm nooit lang genoeg drogen, waardoor de rustinnekes onvoldoende plakken. Je zou kunnen chronometreren, maar mijn horloge heeft niet eens meer een secondewijzer, het glas is gebarsten en het toppeke is er af, maar toch blijf ik ze dragen, als herinnering aan weer een andere geliefde.
Meneerke Pomp lijkt ook nu mijn gedachten te kunnen lezen want hij zegt :”vijf minuten” en tikt op zijn horloge de chrono in. Ik kan niet anders doen dan wachten en luisteren. Ondertussen zoek ik naar het toppeke van het tubeke dat uiteindelijk onder zijn voet blijkt te zitten. Zou hij dat allemaal doen om mij bij zijn verhaal te houden?

“Hebt ge vanmorgen Caroline Gennez op de radio gehoord? Zij noemde de NVA de Nieuwe Vlaamse Arrogantie. Goed gevonden, hé.” Wie vriendelijk is voor Gennez is mijn vriend, wou ik zeggen, maar ik had me voorgenomen van geen voorkeur te laten kennen.
Gelukkig stond ik daar te knoeien met mijn fiets, anders zou ik mijn mond niet zo lang kunnen houden. Ik neem te graag zelf het woord en politiek is samen met onzin mijn favoriete gespreksonderwerp. Waarschijnlijk omdat ze zo complementair zijn.
“Ze zijn net als die andere Vlaamse extremisten en hun grote Duitse voorbeelden alleen met zichzelf bezig, met hun propaganda-machine, met de volgende verkiezingen. Schieten op de anderen, dat kunnen ze goed, het volk een rad voor de ogen draaien, nog beter en denken dat ze boven iedereen staan, het best. Kritiek pareren ze verontwaardigd met een schutterige repliek. Ik denk dat ze daarvoor Bracke hebben toegelaten in de club. Die weet van iedereen wel iets dat niet mag geweten worden en bovendien kent hij de media en de communicatietrucs als geen ander. Hij moet het beeld van De Wever corrigeren, want ‘den Bart’ is eigenlijk tegen alles en iedereen en vindt alleen zichzelf goed, maar de propagandamolen weet die perceptie te keren. Met Bourgeois lukte dat niet, die wou de dictatuur al instellen nog voor ze veel stemmen haalden, daarom leggen ze die voortaan het zwijgen op.”

Waren die vijf minuten nog niet om? Mijn ogen begonnen pijn te doen van het vriendelijke staren. Ik kreeg er visioenen bij. Op de partijraad van de NVA zag ik Bracke naast Bourgeois zitten. Telkens er een moment van stilte is, veert Bourgeois recht en begint te zingen :”ze zullen hem niet temmeeuh…” Bracke, die uit zijn vorige carrière gewoon is mensen de mond te snoeren en het snorretje heeft van een leeuwendompteur, slaat Bourgeois met de vlakke hand op het hoofd, waarna Bourgeois in zijn stoel terug zakt en opnieuw voor zich uitstaart.

Ik moet zichtbaar aan het dromen zijn geweest want mijn pompbediende herhaalt nog ‘s: “ge moogt plakken…de rustinnekes.”
“Ik heb de laatste keer zelf ook voor De Wever gestemd”, verrast hij mij dan toch nog.
“Ze kunnen met overtuiging liegen. Ons laten geloven dat alles beter wordt als we van die Franstaligen af geraken, maar toen ik hoorde dat hij een bonus wou geven voor elke werkloze die de RVA van den dop kon gooien heb ik begrepen hoe asociaal en dictatoriaal die NVA-ers zijn. Ik ben vierenvijftig en vind geen werk meer, hoe zeer ik ook zoek. Ge moet eens indenken wat dat met een mens doet als ze dan een heksenjacht op u openen, dat ze u willen dumpen, elimineren in feite. Dat de Vlamingen toch ’s nadenken: De Wever en zijn ploeg zijn niet bekwaam om een land te leiden, het lijken wel pubers met grootheidswaanzin.”
De buitenbanden kon ik zo met mijn duimen terug op hun plaats duwen, nu was het alleen nog pompen of verzuipen.
Zouden we samen gaan aanbellen bij De Wever? Of geeft hij niet thuis en orakelt weer in de Zevende dag?
Ik bedankte mijn presentator van arbeidsvitaminen voor de pomp en het geduld.
“Ik moet u bedanken omdat ge zo vriendelijk naar mijn gezaag hebt geluisterd. Luisteren naar wat de ander zegt is een zeldzame gave in deze tijd. Ik zie het echt somber in, geloof maar niet dat de toekomst van Vlaanderen hier om de hoek ligt. Natuurlijk als de mensen voor hem blijven kiezen zullen we er door moeten, maar dan wordt het dikke “shit” van ‘t “Mestputteke”.
Ik kies een andere terugweg en besef eens te meer: ik ben te weinig “luisterend oor” en te veel kletsmajoor.

HugoBe
3/5/2011

Dit bericht is geplaatst in Dagklapper. Bookmark de permalink.