Bidon collé

“Wat is een ‘bidon collé’, opa? “ De tv-commentator had net ‘bidon collé’ geroepen alsof er een bom ging ontploffen. “Bidon collé’, en dan nog over zo’n afstand… dat mag niet, hé. Ik ben benieuwd wat de jury daar van gaat zeggen.”

Het was niet mijn bedoeling van samen naar de Tour te kijken. Alleen eventjes het verloop van de rit bekijken en dan de tv uit. Maar onze lieve vrienden willen toch alles weten. Ook al is het van de koers.

“Wel”, begon ik, “bidon collé” is Frans voor een drinkbus die plakt, maar eigenlijk wil het ‘vals spelen’ zeggen. Daarom riep de commentator het zo luid.
Bergop fietsen is heel zwaar. Omdat de renners niet helemaal uitgeput zouden raken, moeten ze de hele tijd eten en drinken.  Dat wordt hun langs de weg aangegeven in een zakje, de musette. En je hebt ook al gezien dat ze drinkflessen krijgen van op de motor of van uit de volgwagen van hun ploeg. En daar wordt al eens vals gespeeld.
De renner doet of hij de bidon niet kan aannemen. De chauffeur in de auto wil de drinkfles ook niet laten vallen en duwt op die manier de renner even vooruit. Soms  geeft die chauffeur dan nog ‘s extra gas waardoor de renner snel vooruit schiet op de berg zonder dat hij er moet voor trappen. Dat is een ‘bidon collé’. En dat mag niet.

De kans is klein dat ze het niet met opzet deden. Dat er iets gebeurde dat die drinkfles deed kleven zodat noch de chauffeur noch de renner ze los kon laten. Ik denk dat dat alleen mogelijk is als ze daar en dan op dat moment net boven een magnetisch veld reden. Ja, dan kunnen ze er niet aan doen. Maar ik twijfel dat dit hier het geval was.

Over heel de wereld zijn er wel magnetische velden, maar hoe toevallig zou het zijn op die plaats, op die berg in de Tour?

Een magneet ken je. Vroeger noemden we dat ‘plakijzers’. Omdat ze alleen op ijzer plakken. Je hebt zeker al geprobeerd een magneetje op hout of op plastiek te plakken. Dat gaat niet. Kijk naar jullie tekeningen die we met kleine magneetjes ophangen aan de chauffage en niet op de muur ernaast of op het raam. Waarom lukt het alleen op de chauffage? Omdat de chauffage van ijzer is.
Een magneetveld kun je niet zien. Het is als een onzichtbare muur die uit de aarde komt en waar alle ijzer blijft aan plakken.

Jullie kennen ook al een kompas. Een kompas werkt op de magnetische velden van de aarde. Zo kunnen we zien waar het Noorden ligt. Een kompas is belangrijk voor de schepen om hun weg te zoeken.
Duiven en vele andere vogels, maar ook dolfijnen, schildpadden, haaien en walvissen vinden hun weg over soms duizenden kilometers door de magnetische velden.

Ik heb ooit al eens verteld van de Bermuda-driehoek waar schepen en vliegtuigen in de oceaan verdwenen. Men zegt dat daar scheuren zijn in de bodem en daardoor het grootste magneet in de aarde al wat ijzer is naar beneden trekt.

Piratenschepen waren nog van hout, maar hun kanonnen en kogels waren van ijzer.
Uit logboeken van een kapitein weten we dat  in die Bermuda-driehoek die kanonnen plots naar voor schoten en hun kanonballen gewoon in zee knalden. De kapitein werd bijna gek toen hij zag dat ook de kanonnen zelf een na een in zee verdwenen.
Gelukkig had hij maar zo’n fijn haakje aan zijn pols om zijn snor te krullen of hij zou ook in het water zijn verdwenen. Toch voelde hij hoe zijn haak bijna van zijn hand gerukt werd. “Maak dat we hier wegkomen”, brulde hij naar zijn matrozen.
Het was de eerste melding ooit van de Bermuda-driehoek.

Toen er later schepen van metaal gemaakt werden verdween het ene schip na het andere de dieperik in.
“Blijf daar weg”, was de enige raad die men kon geven.

Makkelijk was dat niet, want aan de voet van Amerika, boven Cuba, Haïti en Jamaïca werd er veel gevaren. Men wist alleen dat het magneetkompas daar plots niet meer werkte. En dat er gassen uit de bodem naar boven stegen waardoor de schepen niet meer door het water gedragen werden en zonken in een water dat wit werd als melk. Die gassen stegen hoger in de lucht waardoor de vliegtuigen niet alleen geen kompas meer hadden om hun weg te zoeken, maar ook niet meer konden zien waar ze vlogen.

Juan de Bermudez was de eerste man die op de Bermuda eilanden woonde. Hij had er een winkeltje waar hij korte broeken tot boven de knie verkocht.
In zijn dagboek schreef hij dat de bodem altijd in beweging was en dat er volgens hem een gigantische soort walvis, hij noemde hem de oceaanbodemwachter, altijd heen en weer schoof over de bodem om de grootste gaten af te dekken.

Met zijn broeken zou Bermudez beroemd worden, maar wat hij over de oceaanbodem vertelde zullen we maar stilletjes vergeten.

Jullie zullen nog wel leren dat de aardkorst onder de oceanen in grote stukken verdeeld is, stukken van soms meer dan een miljoen kilometer groot. Tektonische platen noemen we dat, en die zijn altijd in beweging en wringen tegen elkaar en schuren over elkaar.  Er kunnen aardbevingen onder zee door ontstaan, waardoor de oceanen nog grotere golven tonen tot nu en dan een tsunami.

Die oceaanbodenwachter zal zo’n kleine plaat tussen de grote platen geweest zijn, die eeuwig over de spleten en spelonken in de kilometers diepe bodem van de oceaan heen en weer schoof, misschien vastgehouden door dat grote ‘plakijzer’  in de aardbodem.

Op die oceaanbodenwachter kleefden tal van schepen en vliegtuigen die in de loop der tijden op geheimzinnige wijze in het water verdwenen. Met al die versieringen van vliegtuigen en schepen beeld ik het mij in als de grootste kerstboom op aarde, diep gelegen op de bodem van de Atlantische oceaan. Zeker als de lichtjes bleven branden.

Magnetische velden moeten niet altijd zo spectaculair zijn. Maar ze kunnen wel alles wat met computers gestuurd wordt,  tot vliegtuigen toe,  flink in de war sturen en helemaal ontregelen. En het vervelende is dat we ze niet kunnen zien. Tot ze plots een bidon collé veroorzaken.

We hebben allemaal al wel eens meegemaakt dat de haartjes op onze arm rechtop gaan staan of dat het haar op ons hoofd in pieken naar alle kanten gaat staan. Of dat we iemand aanraken en ‘aauw’ een elektrisch schokje voelen dat zelfs een knetterend geluid maakt. We zijn dan elektrisch geladen door de magnetische velden. De eerste keer schrik je, maar dan weten we wat dat is en doen daar niet flauw meer over.

Maar vroeger hadden de mensen daar allemaal nog niet van gehoord en hadden ze van alles bang en vertelden verhalen om elkaar nog meer bang te maken.

Zo is er een verhaal, waarschijnlijk  over magnetische velden, maar vooral over een soort monster, half mens half vis, dat meestal ‘stinkende Ferre’ werd genoemd, maar ook soms ‘rotte zeeduivel’. Dat waren geen lieve namen, maar het moet een afschuwelijk beest geweest zijn. Of beesten, want niemand had er een idee van of er maar zo eentje was of dat de aarde erdoor overspoeld werd.
Misschien kwamen ze wel uit de Bermuda-driehoek en waren aan land gekomen om als ijzervreters het teveel aan ijzer dat tegen de magnetische velden plakte op te ruimen.
Ze waren uit de zee aan land gekomen en steeds verder veranderd, zoals wij zelf ook ooit  simpele vissen waren die aan land kwamen. Ooit bevond het leven zich trouwens uitsluitend in zee.

Maar terug naar onze stinkende Ferre. Uit beschrijvingen weten we dat hij moeilijk kon lopen. Waarschijnlijk waren zijn staartvinnen nog niet voldoende tot voeten omgevormd. Wat hem wel erg op een mens deed lijken was zijn neus. Die stond tussen zijn ogen, die visachtig ver naar buiten stonden, maar zijn neus was buitengewoon groot én… stond onderste boven.
Boven zijn ogen en die neus waren erg vooruitstekende schubben. Waarschijnlijk om te verhinderen dat er van alles in zijn neus zou vallen. Zijn vinnen links en rechts waren al vroeg vervormd tot armpjes met grijphanden en als hij zijn neus vastpakte leek het of hij rustig een pijpje stond te roken.

Ridders die met hem in contact waren geweest waren er van overtuigd dat zijn neus onderste boven stond zodat hij zijn eigen adem niet zou ruiken. Want die stonk ongelooflijk. Niet zo maar een beetje, maar de ergste stank die men zich kon inbeelden. Ferre was een ijzervreterke eerste klas. Wij denken dat het Franse ridders waren die de naam Ferre gaven, want Fer is Frans voor ijzer.

Onze stinkende Ferre leefde van ijzer. En om dat te kunnen verteren moest zijn maag de meest afgrijselijke sappen aanmaken.  Als Ferre een boerke liet, vielen de echte boeren achterover. Zijn stinkende adem was zichtbaar als een bruingroene walm.
Wij kunnen ons nu afvragen of die ijzervreterkes ooit aan het grote magneet van de aarde in de Bermudadriehoek waren ontsnapt. Of dat zij deel waren van een groot plan om overal ter wereld het teveel aan ijzer dat aan de magnetische velden kleefden op te ruimen.

De ridders van vroeger hadden er geen idee van. Ze waren als de dood voor die vismens met een ondersteboven neus onder een gigantische vooruitstekende wenkbrauw.

Hoewel ze veel groter waren dan Ferre, waren ze in paniek wanneer ze oog in oog kwamen te staan met stinkende Ferre. Omdat ze van hun collega-ridders gehoord hadden dat dit vreemde schepsel graag een ridderke in harnas tussen zijn boterham legde.
IJzer: njam, njam, lekker, lekker.

Je kon als ridder rustig een wandelingetje met je paard aan het maken zijn en plots op die vreselijke vis met zijn stinkende adem botsen. Het leek of die uit het niets kwam of dat die in de aardspleten verborgen zat.
Eén wolkje was genoeg om je paard te laten flauwvallen. Paarden hebben een veel sterkere reukzin dan de mens.

Eens van hun paard gevallen liepen die ridders in hun ijzeren maliënkolder er als houten klazen bij. Ferre stapte dreigend op hen af en blies met zijn bruingroene adem in hun gezicht terwijl hij een hoog snerpend geluid maakte, ‘Riiihi, riiihi, riihi’.

Ferre wist waar de magnetische velden uit de aarde opstegen. Met zijn stinkende adem dreef hij die lekkere ijzeren mannetjes daar naar toe. En als zij met hun harnas onbeweeglijk tegen de magneetwand hingen, begon ons stinkertje grinnikend met wilde ogen hun harnas op te vreten. Aan de ridders zelf raakte hij niet. Hij was ten slotte een ijzervreter. Alleen hun ijzeren polsbandjes at hij niet op. Daarmee bleven de arme ridders aan de magneetwand hangen. Huilend in hun middeleeuwse niet zo ridderlijke onderbroek.

Daar moest ik allemaal aan denken toen ik overwoog of er nog een andere reden dan vals spelen zou zijn voor een ‘bidon collé’ met ‘ijzerhoudende’ sportdrank.

 

Hugopa
1 augustus 2019

 

Dit bericht is geplaatst in Fons, Gloria en Otto. Bookmark de permalink.