Stift voor schoonschrift

Otto weet dat zijn naam met  twee “O”-s en twee “T”-s geschreven wordt.
Hij leert nog maar pas schrijven. Op de lijntjes blijven en even grote letters vormen is moeilijk. Maar daar zal papa wel iets voor uitvinden. Papa kan alles maken. In huis, op de computer, op zijn werk. Papa bedenkt altijd oplossingen voor problemen.
Mooi en leesbaar leren schrijven is zo’n probleem. Niet alleen voor Otto, maar voor alle kinderen van de wereld.
Schrijven is een vorm van tekenen. Alleen moet je strikte regeltjes volgen, want deze tekeningetjes hebben een betekenis. En dat is het fantastische aan schrijven.
Wanneer je mooi schrijft kan iedereen weten wat je bedoelt.
Maar om mooi te schrijven heb je niet alleen veel aandacht nodig. Je moet ook veel oefenen.

Fons, de oudere neef van Otto, kan alles wat hij denkt op papier schrijven. Toch zet de juf er soms een streep door. “Ik kan dat niet lezen, Fons. De letters plakken in elkaar en krullen als een duizendpoot van de lijntjes weg.” Dat doet Fons verdriet. Want hij kan zijn geschrift altijd lezen, maar vaak heeft hij zijn aandacht er niet bij en schrijft hij de letters zonder spatie over elkaar of is hij moe en doen zijn vingers pijn van het schrijven. Omdat alles zo snel moet. Er is geen tijd voor schoonschrift. Dat wordt ook niet meer geoefend.

Vroeger was dat anders. Opa leerde tussen de lijntjes  schrijven. Urenlang. Oefenen tot het goed was. Maar opa schreef met de linkerhand. En dat mocht niet.
Telkens de leraar het zag werd die heel kwaad. Hij riep dan :”ben je weer bezig vuile plekpot” en sloeg met zijn hand, die groter was dan het hoofdje van opa, tegen opa zijn kop. Gelukkig voor ons dat zijn hoofdje op dat lijfje bleef staan, maar binnenin vloog wel alles door elkaar. Dat kon niet zonder gevolgen blijven. Het meest wonderlijke was dat opa voortaan met beide handen tegelijkertijd kon schrijven. Dat was handig als hij straf moest schrijven. ‘Ik mag niet met mijn linkerhand schrijven‘, schreef hij met zijn rechterhand op het ene blad en met zijn linker op een blad ernaast. De vriendjes in de klas vonden dat circus. Maar toen de leraar dat zag werd die weer heel kwaad en riep tegen opa dat die daar onmiddellijk moest mee stoppen. Opa keek de leraar vragend aan. Moet ik nu straf schrijven of niet?  Wanneer hij aan iets twijfelde zei zijn mama soms: “ga het eens bij de buren vragen”. Dat kon hij moeilijk tegen de leraar zeggen. Dus keek hij de leraar recht in de ogen. Een tactiek die onbeleefd leek, maar wel lekker werkte.

Ook papa was linkshandig. Maar tegen de tijd dat die school liep mocht dat. Een stift voor schoonschrift zou niet alleen voor Otto, maar ook voor alle linkshandigen een geweldige uitvinding zijn.
Papa zou bijvoorbeeld kunnen beginnen met alle lettertekens, cijfers en getallen in te scannen.
Wie kan dat perfect neerschrijven? Een lerares die kinderen leert schrijven moet dat kunnen. Meisjes schrijven altijd meer verzorgd dan jongens. Ronder en gelijkmatig.
Die gescande tekens zou papa dan in een pen met een geheugen moeten brengen.

Als iemand dan met die pen schrijft, tekent de pen de letters zoals die in het geheugen  zitten. Mooi tussen de lijntjes. De kleine letters tussen het tramspoor van twee lijntjes.
De uitschieters naar boven en naar beneden tot aan de hulplijnen drie en vier. Niet verder, maar ook niet minder ver.
De “f” van Fons krijgt een lus naar boven en naar onder, zo perfect dat je er een schoenveter-diploma bovenop zou voor geven.
Ook de “g” van Gloria krijgt een mooie lus naar beneden en geen half om half vishaakje zoals velen doen.
En de “t”-s van Otto kunnen hun pet laten rusten op de bovenste lijn van het tramspoor.

Alhoewel de pen nog niet bestond, hoorde je al ‘oei oei’ van hier tot ginder.
“Ze gaan onze kinderen lui maken”, werd al op voorhand gezegd.
Onzin natuurlijk, want je moet nog altijd zelf schrijven en nadenken over wat je schrijft maar schrijven wordt van bij het begin een plezier. Je hand glijdt achter de stift aan en tekent zonder moeite de mooiste lettertekens op het papier. Het is een ongelooflijke samenwerking. En omdat je niet meer afgeleid wordt door het schrijven, kun je de vrijgekomen aandacht gebruiken om minder fouten te schrijven. Niemand zal nog twijfelen aan wat je geschreven hebt. Maar je moet natuurlijk wel oefenen.

“Maar we gaan dan allemaal op dezelfde manier schrijven. Dat kan toch niet. Ons handschrift is toch een kenmerk van wie we zijn…” Wat raar toch, vond papa. Als kinderen moeten zwoegen en zweten om fatsoenlijk te leren schrijven, hoor je niemand zagen. Als er nu een interessante schrijfhulp zou zijn, vraagt men zich af of dat wel goed is voor onze kinderen. In de plaats van blij te zijn dat zij van bij de eerste woordjes duidelijk zullen schrijven, leesbaar voor iedereen. En trouwens, ook met zo’n pen zal de ene meer rechtop schrijven dan de andere. Of zijn mooi geschreven lettertjes een beetje tegen de wind in laten hangen.

“En als ze die pen niet meer hebben of als die stuk is, gaan ze terug lelijk en onleesbaar schrijven ?”
“Niet noodzakelijk. We hebben ook allemaal leren fietsen met de hulp van iemand die een hand in de nek hield. Uiteindelijk fietsten we toch verder door het leven zonder die beschermende hand? Met de stift voor schoonschrift is dat net zo.”
“Behalve als je voor dokter hebt gestudeerd”, zei iemand. “Er is niet één dokter die leesbaar kan schrijven. Je zou veel geld kunnen verdienen als je een gouden schoonschrift-stift voor de dokters zou maken.”

Papa zuchtte diep. Laten we maar eerst proberen van een schoonschrift-stift te maken voor Otto die het idee aanbracht en straks voor zijn broertje Titus. Maar eerst wil ik het zelf proberen. Met de linkerhand. Als ik er ooit in slaag van een stift voor schoonschrift uit te vinden…

Hugopa
8 oktober 2019

Dit bericht is geplaatst in Fons, Gloria en Otto. Bookmark de permalink.